Pagina 11 - Walther en Billy op de Titanic

15
verwacht, als jullie in september terugkomen, dat je al je best
zult doen om de schade in te halen. Daar kan ik toch zeker
wel op rekenen, niet?’
Ja, pa, vast!’
Ja, meneer Henderson, op mij kunt u ook rekenen.’
Prachtig, jongens!’
Als iknumaarmagvanthuis,’ vraagtBillyzichaf.Maarmeneer
Hendersonantwoordt hemdat ookdat al voor elkaar is. Vader
en moeder Cantrick weten er alles van en hebben hun toe-
stemming gegeven.
Zo blijven ze nog een poosje doorpraten.
Walther vertelt dat de onderofficier hun zei dat deTitanic niet
kanvergaan.Maarvaderenmoedermenendatniemandzoiets
zeggenkan.AlsGodhetnietverhoedt, valtelkaardsbouwwerk
in elkaar, hoe geweldig en sterk ook. Alleen wat God doet, is
bestand tegen alle stormlopen. Zoals de ark van Noach.
Laten we dus bidden of de Heere ons, ook al gaan we met de
Titanic, bewaren wil,’ zegt vader ernstig.
In hun hart zijn de jongens, ook al zeggen ze niets, het hier-
mee toch wel eens en ze bidden even later zachtjes met
Henderson mee.